11
6
van A. W. van Eijk aan de Teteringenstraiat, werden nieuwe
voorwaarden opgelegd.
C. Ontheffingen van voorwaarden krachtens artikel 12 dei-
Hinderwet werden niet aangevraagd.
D. Intrekkingen van vergunningen, krachtens artikel 20 dei-
Hinderwet, hadden niet plaats, wel werd door Burgemeester
en Wethouders een waarschuwing gezonden aan M. J. v. d.
Ven om zijne schoenfabriek aan de Terheij denstra at stop te
zetten, aangezien een nieuwe vergunning moest worden aan
gevraagd voor de in die fabriek plaats gehad hebbende verande
ring. Hieraan werd voldaan, totdat een nieuwe vergunning was
verkregen.
Woningwet.
Voor wat betreft verbetering der Volkshuisvesting wordt ver
wezen naar het verslag, dat wordt samengesteld ingevolge ar
tikel 52 dier Wet.
De waarnemend directeur der Openbare Werken,
J. F. A- ELICH.
Breda, April 1919.