19 ven minimum bouwhoogte van 8 M. aan het Dijkje, 25 meter gemeten uit de rooilijn aan den Haagweg tot aan de Hegelsomstraat, de bouwkosten en dientengevolge de huur waarde der te bouwen woningen zoo hoog zouden worden, dat de te stichten woningen niet meer aan het doel zouden beantwoorden, dat zij zich overigens met de uitgebrachte adviezen kan vereenigen, adviseerde, bedoelde terreinen in eigendom aan genoemde bouwvereeniging over te dragen om daarop te bouwen woningen zonder afzonderlijke bovenwoningen, nihgenbs pu- Naar aanleiding van het verzoek der commissie aan bur- biieken verkoop, ggmeester en wethouders, in het vorige jaarverslag vermeld, werd door burgemeester en wethouders de volgende circu laire gericht aan de notarissen in de gemeente Breda Ginneken, Prinsenhage en Tetenngen. „Het komt -herhaaldelijk voor, dat woningen in deze ge meente in publieke veiling ten verkoop worden aangeboden, nadat de eigenaar, op grond van artt. 11, 13 en 14 der Woningwet, is aangeschreven daaraan de noodige verbete ringen aan te brengen. De gebreken, in die aanschrijvingen genoemd, zijn veelal van ernstigen aard, zoodat het niet of niet tijdig gevolg geven aan die aanschrijvingen eene onbewoonbaarverklaring zou kunnen tengevolge hebben. Ofschoon het meermalen voorkomt, dat kooplustigen zich vooraf ten kantore van het bouw- en woningtoezicht op de hoogte stellen van den toestand der te veilen woningen met betrekking tot de voorschriften der bouwverordening en wo ningwet, blijkt toch achteraf, dat zulks niet altijd het geval is. Voor den kooper moet het dan eene bittere teleurstelling zijn, wanneer hij, kort na de eigendomsoverdracht, van gemeentewege wordt gelast aan zijn eigendom de noodige verbeteringen aan te brengen, met de toevoeging, dat anders eene onbewoonbaarverklaring zal volgen. Teneinde aan de hieruit voortvloeiende bezwaren tegemoet te komen, hebben wij aan de directie van het bouw- en woningtoezicht opdracht verstrekt, om aan de notarissen op hunne aanvrage, telkens alle gewenschte inlichtingen te verstrekken met betrekking tot de voorschriften van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 224