schuld had, door het niet afsluiten en laten afloopen van
de leiding bij vorst, verklaarde zich bereid de herstelling te
doen verrichten.
3. De bewoner van perceel Haagdijk 178 klaagde over
niet dicht zijn van het dak, waardoor veel last bij regen.
De klacht bleek gegrond en de eigenaar is'op grond van
de bouwverordening door burgemeester en wethouders aan
geschreven het euvel te herstellen.
4. De bewoner van perceel Spoorstraat 38 klaagde, dat
h.j den beerput, waarop de privaten van zijn woning en de
bovenwoning loozen, niet kon laten ledigen, aangezien de
bewoner van het naastgelegen perceel, in welks tuin de
beerput gelegen was, de lediging belette.
Door bemiddeling van den inspecteur van het bouw- en
woningtoezicht kwam deze zaak in orde.
5. De bewoner van perceel Teteringenstraat 18 klaagde,
dat het privaat der woning 8 a 10 dagen verstopt was en
de eigenaar der woning weigerde het privaat bruikbaar te
maken.
De eigenaar toonde zich bereid het privaat te laten
herstellen.
6. De bewoner van perceel Spoorstraat 17a klaagde over
de voortdurende aanwezigheid van stinkend water in zijn
kelder.
Aangezien het water in den kelder gedurende 3 jaren
achtereen op hetzelfde niveau was gebleven, lag de conclusie
voor de hand, dat de kelder dicht moest zijn en dat het
water door een andere oorzaak in den kelder moest zijn
gekomen.
Eigenaar noch bewoner waren genegen het water te laten
verwijderen.
7. De bewoner van perceel Vijverstraat 14 klaagde over
vocht in zijn woning tengevolge van lekken in muren en daken.
De woning werd door de commissie onderzocht en ver
beteringen voorgeschreven ingevolge art. 11b, 14 en 40 der
Woningwet.
8. De bewoner van perceel Academiesingel 45 klaagde
over een vochtigen muur in zijne woning. Door het aan
brengen van een paar groote luchtopeningen onder den
vloer is getracht aan het euvel tegemoet te komen.