37 BIJLAGE I. Aan de bevolking van Nederland. De Centrale Gezondheidsraad gevoelt zich gedrongen, daartoe door den Minister van Binnenlandsche Zaken ge machtigd, de volgende waarschuwing openbaar te maken. Onder de gevaren, die in deze hachelijke tijden het Neder- landsche volk bedreigen, treedt de verspreiding van ge slachtsziekten op den voorgrond en geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid. Het gevaar is te grooter, omdat deze ziekten van veel meer beteekenis zijn voor het geheele volk en dieper ingrijpen in het leven dari meestal wordt gemeend. Geslachtsziekten moeten steeds als hoog ernstig worden beschouwd, niet alleen wegens de gevolgen, die zij voor den gezondheidstoestand van de lijders na zich kunnen sleepen, maar ook, omdat zij van groote beteekenis voor de gemeen schap zijn. Iedere zieke toch levert een niet te onderschatten bron van gevaar op; voor zijn omgeving omdat besmetting van anderen, in alle opzichten onschuldigen b.v. huisgenooten, geenszins uitgesloten isvoor zijn nageslachten dit geldt met name voor de lijders aan syphilis omdat zijne kinderen, zelfs als zij jaren na de besmetting geboren worden, de kiem der ziekte bij zich kunnen dragen. Nu kan als regel worden aangenomen, dat alleen zij, die uit eigen wil zich aan besmetting bloot stellen, inderdaad besmet kunnen worden. In het algemeen bestaat het gevaar daartoe, gelijk vanzelf spreekt, niet voor hen, die zich van buitenechtelijke geslachtsgemeenschap onthouden en deze waarschuwing geldt dan ook niet voor degenen, die hetzij op grond van hunne ethische gevoelens, hetzij om welke reden ook de verplichting aanvaarden om ver van de ver leiding te blijven. Wie zich evenwel niet onthoudt, loopt nu meer dan ooit gevaar met eene geslachtsziekte te worden besmet, waar ook in ons land de wereldoorlog tot nog toe onbekende toe standen heeft geschapen en vreemde elementen, waaronder vele ongewenschte, ons land zijn binnengekomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 242