VERSLAG omtrent het toezicht op Voedings-
middelen en Gebruiksartikelen in de gemeente
Breda over het jaar 1918.
VERORDENINGEN.
De verordening, regelende het toezicht op voedingsmid
delen en gebruiksartikelen en de instructiën voor het per
soneel zijn onveranderd gebleven. Art. 8 der verordening
op den keuringsdienst is in dier voege gewijzigd, dat de
in meergemeld artikel genoemde vergoeding vanaf 1 Oct.
1918 is gebracht op zeven gulden vijftig cents per 100
inwoners. Voor het overige is ook deze verordening on
veranderd gebleven. Over een ontwerp melk- en brood-
verordening hebben besprekingen met Burgemeester en
Wethouders en den secretaris van de gezondheidscommissie
plaats gehad. Tot heden zijn deze verordeningen niet vast
gesteld.
PERSONEEL.
In het personeel van den keuringsdienst is geen veran
dering gekomen. Directeur-scheikundige Dr. A. Verwey
scheikundige Jhr. R. J. Boddaert, scheikundig ingenieur
medicus bacterioloog Dr. Ant. Verwey keurmeesters mon
sternemers L. v. Til en L. v. d. Hamer. Bij den Centralen
Keuringsdienst waren als laboranten werkzaam C. de Haard,
F. Kramer, A Nuyten, W. v. Ettekoven, J. Kempen, M.
Rijshouwer en M. Backhuys. Spoeljongens Kantoorpersoneel.
WERKZAAMHEDEN.
De keurmeesters-monsternemers waren belast met de
bemonstering der voedingsmiddelen en gebruiksartikelen en
de opzending der monsters naar het laboratorium. Winkels,
verkooplokalen en markten werden door hen geregeld voor
het keuren van voedingsmiddelen naar uitwendige kenmerken