De uitkomst van het onderzoek dezer stalmonsfers van
ondervoede koeien moge als bevest iging dienen van hetgeen
daaromtrent uit de melkkundige litteratuur bekend is, na
melijk, dat door ziekte, ondervoeding of andere invloeden,
de samenstelling van de melk weliswaar afwijking kan
vertoonen, dat het vriespunt echter onder alle omstandig
heden niet verandert en alleen door watertoevoeging een
geringere depressie dan 0.53 a 0.54° C. kan worden ver
wacht.
24
Sulfaatasch 0.87"/o
Brekingsindex bij 17.5° C. 1.3432
Vriespunt 0 57° C.
Zeer vermagerd, ondervoed rund
dat reeds 3 weken ligt en bijna
niets meer vreet, toebelioorende
aan den landb. Veerenhuis te
Almelo. Aan singels opgehangen.
(zuurgraad 7 8)
S. G. v. d. melk bij 15° C. 1.0280
S. G. v. b. serum bij 15° C. 1.0270
Vetgehalte 3.2°/0
Vetvrije droogrest 7.62°/0
Sulfaatasch
0.84%
Snlfaatasch 0.9%
Brekingsindex bij 17 5° C. 1.3430
Vriespunt —0.55° C.
Zeer vermagerd, ondervoed rund
dat reeds eenigen tijd ligt, toe
belioorende aan den landbouwer
Brouwer te Almelo.
(zuurgraad 8.3)
S. G. v. d melk bij 15° O. 1.0308
S G. v. h serum bij 15° C. 1..0285
Vetgehalte 6.1%
Vetvrije droogrest 8.81%
Sulfaatasch ü.98°/o
Brekingsindex bij 17.5° C 1.3432
0.54° C.
Vriespunt
Brekingsindex bij 17.5° C. 1.3428
Vriespunt 0.535° C.
Stalmonster, genomen bij H. J.
Geerdink te Hengelo (O.)
(Zuurgraad 7.2)
S. G. v. d. melk bij 15° C. 1.0309
S. G. v. h. serum bij 15° C. 1.0283
Vetgehalte 3.2°/„
Vetvrije droogrest 8.34°/o
Sulfaatasch 0.78 °/o
Brekingsindex bij 17.5° C. 1.3431
Vriespunt 0.53° C.
De toestand van de volle welk-
gaf evenals in
Slechts zelden
eene abnormale
De toestand van de melk
het vorige jaar weinig reden tot klagen,
kon door ltratie of centrifugeproeven
hoeveelheid vuil worden afgescheiden.