34
Meelsoorten Naar aanleiding van geruchten, dat som
mige bakkers het door de regeering ter beschikking
gestelde meel vóór de deegbereiding zouden ziften. 0111
zoodoende ten eigen bate van do bloem te profiteeren.
werden op geheel onverwachte ti.iden bij enkele bakkers
monsters voor onderzoek genomen. Een bedrog in bo
venbedoelden zin is toch door een onderzoek van het
brood bezwaarlijk meer na te gaan .Om uit te maken
of inderdaad het regeeringsmeel door zif.en was ver
anderd. werd zoowel het meel uit de gesloten zakken
als het meel aanwezig in den trog bemonsterd.
Door de zeefproef. de bepaling van het watergehalte,
de bepaling van het aschgehalte. de bepaling van de
celstof en de bepaling van den zuurgraad was eene
beoordeeling van het meel uit de gesloten zakken naast
het meel uit den trog mogelijk. Als uitkomst van deze
controle zij vermeld, dat steeds overeenkomende cijfers
werden verkregen en van bedrog, althans bij de bakkers
geen sprake kon zijn.
Twee monsters (uit (rog en zak) bevatten een vrij
hoog cellujosegehahe (2 94 vergeleken bij dat der
overige 10 monsters (ruim 1 zoodat aan de moge
lijkheid kon worden gedacht, dat het meel reeds bij
den molenaar een bewerking had ondergaan. Ook hier
op 's echter weinig peil te trekken, wijl de rijksvoor
schriften betreffende de samenstelling van het meel
telkens veranderen.
Vier van de onderzochte 12 monsters hadden een te
lioogen zuurgraad, het meel was muf, een verschijnsel,
dat heden ten dage herhaaldelijk wegens langdurigen
opslag wordt waargenomen.
Gevonden fijnmeel min. 41 max. 97 water
gehalte min. 12.5 max 14.7 aschgehalte min.
11%, max. 2.8 celstof min. 0.4 max:. 2.94
zuurgraad min. 1.7, max. 11.6.
11 itte- en hrtnnbrood. Overeenkomstig de wenschen van
de gezondheidscommissie werd geregeld bij verschillende
bakkers het brood bemonsterd. Onderzocht werden in
hert geheel 60 brooden, t. w. 18 witte- en 42 bruin -
brooden
De beoordeeling van de samenstelling van brood, aan