11
clit schrijven werd o.m. bepaald, dat dei centraalwekkerinrichting
(alarmeerinrichting) te zijner tijd zal worden overgebracht naar het
Politie-bureau of naar een ander op een geschikt punt, gelegen gebouw
en dat de bediening zal worden opgedragen aan personeel der gemeente.
Wij hebben tegen deze bepaling ons bezwaar doen kennen op grond
van het volgende:
De centraalwekkerinrichting in het telephoonbureau en de bedie
ning ervan heeft voortdurend uitstekend voldaan en hiervan is hoofd
zakelijk een vlug optreden onzer brandweer afhankelijk.
Wanneer de alarmeerinrichting naar het politiebureau of naar een
ander gebouw wordt overgebracht en de bediening aan personeel der
gemeente wordt opgedragen, zal ongetwijfeld eene belemmering bij
het alarmeeren ontstaan, die, vooral voor de brandmeesters, zéér
storend zal werken. Daardoor toch wordtde rechtstreeksche\erbinding
met de telephonisch aangesloten belanghebbenden verbroken, met
het gevolg, dat deze belanghebbenden later zullen worden opgebeld
en vertraging zal ontstaan bij het uitrukken der brandweer. Dit dient
ten krachtigste te worden bestreden.
Met het oog op het vorenstaande is aan Burgemeester en Wet
houders verzocht om bij het Hoofdbestuur der posterijen en telegrafie
erop te willen aandringen om de bestaande alarmeering op het tele
phoonbureau te laten.
Wij sluiten dit jaarverslag met de hoop, dat de versterking van
ous materieel met eene auto-motorspuit niet al te lang meer zal
behoeven uit te blijven. Eene gedeeltelijke wijziging voor personeel
en inrichting van onzen dienst zal noodwendig daarmede moeten
gepaard gaan en eene verzwaring van onze vrijwillige .taak zal mede
het gevolg ervan zijn. Gaarne zal echter door ons allen bij voortduring
alles worden gedaan wat strekken kan om aan onze gemeente te
verzekeren: een degelijk uitgerust en goed georganiseerd brand
weerkorps.
Het Brandweercollege:
P. M. KUSELBOS, voorzitter.
VAX GILS, secretaris,
Bieda, 22 Januari 1919.