in onze Commissie zitting hebben. Terwijl van zijn erkende werkkracht ook voor de Commissie van Toezicht de beste verwachtingen werden gekoesterd, ontviel hij onsi, te vroeg, als slachtoffer der heerschende epidemie. Hij ruste in vrede Op 31 Dec. 1918 was de Commissie als volgt samengesteld Aftreding 28 Februari 1922. Aftreding 29 Februari 1920. Di. G. J. Nijhuis. {Aftreding 29 Februari 1924. (Vacature). (In de vacature werd in 't begin van 1919 benoemd de heer A. P. G. J. van Boeckel.) In de vergaderingen der Commissie van Toezicht werden verschillende onderwijsbelangen besproken, ingekomen stukken behandeld, het Jaarverslag vastgesteld, enz. Met name mogen de volgende onderwerpen worden genoemd Advies in zake salarisherziening, 't zitting nemen van vrouwen in de Commissie, subsidie aan Volksonderwijs, de bouw der M.U.L.O.-school. Bewaarschool en handwerk- onderwijs, uitbreiding der Commissie. De Disvricts-Schoolopziener, de heer J. J. Verboeten, woonde zoo mogelijk de vergaderingen bij. Een voorstel tot wijziging der Verordening op de samen stelling en inrichting onzer Commissie is door ons in gereedheid gebracht, doch wegens 't bekend worden van 't ingediende Wetsontwerp op het lager onderwijs, waarin ook een ingrijpende wijziging der Commission van Toe zicht wordt voorgesteld, voorloopig aangehouden. Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie van Toezicht op het lager onderwijs te Breda, den 28 Mei 1919, De Voorzitter, PAUL BLOEMARTS. De Secretaris, A. P. G. J. VAN BOECKEL Mr. P. M. J. E. Bloemarts, voorzitter. WT. H. L. Uges. II. A. Sassen. F. Hohmann. C. L. A. M. van Gils.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 359