Tijdelijk werd het onderwijs opgedragen bij Ministrieele
opdracht aan Mevrouw F. Jvan Gelder-Broste, Mejuffrouw
A. G. Jongepier, de heeren H. A. Rijkens en Th. A. M.
van Agt (schrijven van 23 November 1917.)
Ter vervanging van den heer C. B. Barto, w. i. werd
tot leeraar in de wiskunde benoemd, Br. L. A. Tromp
leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Gorinchem (Konink
lijk besluit van 15 Januari 1918) en tot leeraar in het
rechtlijnig teekenen de heer J. F. A. Elich, leeraar aan de
Koninklijke Militaire Academie (bij Ministrieele opdracht
van 4 Februari 1918.)
De heer Elich trad 1 Febr. in functie, de heer Tromp 1 April.
Ter vervanging van den heer S. J. van der Meulen werd
tot 1 September 1918 benoemd, Mr. H. W. B. M. Brans
(schrijven van 18 Januari 1918), hij trad 1 Februari in
functie. Nog was als tijdelijk leeraar aan de school werk
zaam N. J. M. Taverne, m.i. van 21 Januari 1918 tot aan
de Paaschvacantie aanvankelijk ter vervanging van Dr. L.
Yntema, daarna ter vervanging van den heer Barto (Wiskunde)
(benoemd bij opdracht van 19 Januari en 11 Februari 1918.)
Ook werd het onderwijs onderbroken, doordat twee leer
aren wegens roodvonk geruimen tijd afwezig waren, n.l. Br.
J. E. van den Arend, vanö December 1917 tot29 Jan. 1918,
en Br. L. Yntema van de Kerstvacantie tot 4 Febr 1918.
In November 1918 leed de school een zwaar verlies door
den dood van den heer Th. A. M. van Agt, die om zijn
groote gaven van geest en hart nog lang in herinnering
zal blijven bij leeraren en leerlingen.
Eindelijk dient vermeld, dat de Directeur der school van 15
Juni tot het einde van den cursus afwezig was wegens ongesteld
heid. Als waarnemend directeur trad op de heer C. Goedeljee.
Op Maandag 2 September begon de school met de in
schrijving van 239 leerlingen, waarvan er 238 voor volledig
onderwijs en 1 voor enkele lessen.
3