16 1 2 Dooi' den Armenraad werden in 1918 vier Vergaderingeri gehouden, namelijk op 22 Januari, 12 Maart, 25 Juni en 15 October. In de vergadering van 22 Januari werd door den voor zitter ©ene bespreking gehouden over de nieuwe Armenwet in vergelijking met de oude, meer bepaaldelijk betreffende wijzi gingen van steunverleening enz. In de vergadering van 12 Maart wierd aangeboden, behan deld en vastgesteld de rekening en verantwoording over het jaar 1917. De vergadering op 25 Juni was bijeengeroepen tot vast stelling van het jaarverslag over 1917 en de begrooting der ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1919. Mede werd in deze vergadering als lid van den Armenraad geïnstalleerd Mevr. Douairière A. van Sasse van IJsselt-de Knijper die, in plaats van Mevr. Cl. Sassen van Vlierden-Jurgens, is opgetreden als vertegenwoordigster der II. K. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken. In de op 15 October gehouden vergadering werd behandeld eene ontvangen circulaire van de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid te Amsterdam, betreffende de meervoudige ondersteuning. Het Bestuur vergaderde eveneens op 22 Januari, 12 Maart, 25 Juni en 15 October hoofdzakelijk tot voorbereiding der werkzaamheden voor de vergaderingen van den Armenraad. Buiten deze bestuursvergaderingen kwamen voorzitter en secretaris geregeld tweemalen 's weeks bijeen tot bespreking en behandeling van huishoudelijke zaken. Het bij den Armenraad bekende aantal bedeelden zonder dubbeltellingen bedroeg gedurende het jaar 1918, 448, waarvan: 264 ondersteund werden door één instelling. 106 twee instellingen. 61 drie instellingen. Deze .opgave betreft alleen de bij den Armenraad bekende gevallen van ondersteuning, zoodat - in aanmerking nemende dat niet door alle daartoe niet verplicht zijnde weldadigheids instellingen geregeld de door haar ondersteund wordende ge zinnen en eenloopende personen worden opgegeven het aan- 97 vier instellingen, vijf instellingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 420