8 -
Overschotten op verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaande u't de
meerdere opbrengst dan de beleende som met de daarop
verschenen interesten, blijven, volgens art. 2-1 van het
Reglement der Bank, gedurende acht maanden na de ver-
kooping ter beschikk'ng van de houders van pandbewijzen
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van
de Bank.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden
ïn Febr. 1918 1 72.60 van panden verkocht in Juni 1917.
Mei 94,51 Sept.
Aug. ..111.90"' Dec.
Nov. ,152 26s Mrt. 1918.
Het overschot op verkochte panden bedroeg
1913 f 515,88
1914 508.655
1915 472.94
1916 469.73s
1917 550.84
Het verschil der jaren 1918 en 1917 spruit voort uit de
meerdere of mindere opbrengst van verkochte panden.
Aan houders van pandbewijzen werd in 1918 uitbetaald
f 431.28.
in Maart 1918
Juni
September
f 190.27s
108,38
210,60
201.175
December
f 710,43
Het overschot bedroeg in
in Januari
Februari
f 4,32
10.65
Maart
April
Transporteeren f 40,36