42
Vergunningsrecht voor den verhoop van sterhen dranh
in het hlein.
Aan dit recht is voor lied, vergunningsjaar 1918/19 ontvan
gen voor 104 gewone en 3 bijzondere vergunningen f 5934.371/2
tegen f6004.69 over 1917/18.
Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten
honderd van het bedrag, hetwelk voor eene gewone vergunning,
overeenkomstig art. 20, 3de lid, der Drankwet, wordt vastgesteld.
Bovendien wordt het recht' van elke vergunning met 50 ten
honderd verminderd voor de lokaliteiten, waarin geen sterke
drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Za
terdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur.
Van deze bijzondere bepaling werd in 1918 gebruik gemaakt
door de houders van 3 bijzondere vergunningen.
Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van loea
liteiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd
door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgenomen in liet
gemeenteverslag van dat jaar, welke regeling ook in 1918 tot
grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht heeft
gestrekt.
Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen.
Ton aanzien van de uitvoering en de toepassing van verschil
lende bepalingen der Drankwet valt alsnog het volgende te
vermelden
Verleend werden
2 vergunningen ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisseling
van twee bestaande vergunningen).
2 vergunningen aan een weduwe van een vergunninghouder
(art. 55. letter h) en
1 vergunning voor logement ingevolge art. 2, 2de lid.
Overgeschreven werden
1 vergunning op eene andere localiteit (art. 25).
3 vergunningen op een ander persoon (art. 26, le lid, 1