11 1913 moet, krachtens art. 25 van het Reglement, 4 van het ontvangen voorschot worden vergoed. Op 31 December 1918 was de Bank aan de Gemeente schuldig 8000.en moest aan interest daarvan worden vergoed f 289,55®. Bij raadsbesluit van 1 Augustus 1914 werd bepaald, da over 1914 en -zoolang daarin geene wijziging wordt gebracht ook over de eerstvolgende jaren, door de Bank, overeenkomstig art 2, 3e lid, der Verordening: op het beheer van het Gemeen) el i k Pensioenfonds, in dat fonds zaï worden ges'ort 1 300. Ter voldoening aan dit raadsbesluit werd over 1918, evenals in de vier daaraan voorafgaande jaren, uit de fondsen der bank wederom f 300.in gemeld Pen sioenfonds gestort. De rekening der Bank over 1917, bedragende 'n ontvangst f 45025.26® en in uitgaaf f 43441.71, sluitende alzoo met een kassaldo van 1' 1583.55®, alsmede de winst- en verliesreke ning over hetzelfde jaar. en de balans, werden vastgesteld bij besluit van den Raad, d.d. 28 November 1918. De begrooting van ontvangsten en uitgaven voor het dienstjaar 1919, aanwijzende in ontvangst en uitgaaf f 7470, werd door den Gemeenteraad goedgekeurd in zijne open bare vergadering van 27 December 1918. Overeenkomstig ons voorstel werd. bij besluit van Bur gemeester en Wethouders, d.d. 11 Februari 1919. toestem ming verleend, om een drietal posten der begrooting voor het jaar 1918, welke waren overschreden, te verhoogen met een totaal bedrag van f 1828,22® en in verband biermede de begrooting te wijzigen. Ingevolge artikel 2 van het Reglement, worden Burge meester en Wethouders in het beheer en het toezicht op den diensl der Bank bijgestaan door eene vaste commissie over eenkomstig artikel 54. 2de lid, der Gemeentewet. In den loop van het jaar had in deze commissie geene wijzigng plaats. Bij besluit van den Raad, d d 3 September 1918, werden de heeren A. W. Zijlmans, A. C. Bom, H. J. H. Hornix en F. F. X Cerut'i voor het jaar 1918/19 herbenoemd tot leden der Bankcommissie. De Commissie was op 31 December 1918 alzoo samen gesteld uit de volgende heeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 461