stoffen ging in 1918 even slecht als in 1917, terwijl sommige onder Regeeringstoezicht zijnde, zooals lijnolie, die voor volksvoeding werd gebruikt, voor technische doeleinden niet mocht worden verwerkt. Verkorting van arbeidsduur heeft voor dit bedrijf tot nu toe niet veel bezwaar opgeleverd, omdat de werktijd, gezien de weinige drukte in het bedrijf, reeds aanmerkelijk was bekort en de vrije Zaterdagmiddag ingevoerd. Bij de distributie-regeling van sommige surrogaten bleek ten koste van dit bedrijf, dat Petroleum-Maat- schappijen een groote macht hebben en veel moeten verdienen. Wasindustrie. Zoowel wegens gebrek aan grondstoffen als aan brandstoffen kon slechts zeer weinig gewerkt worden. Aanvoeren van het buitenland ontbraken geheelde omzet was daardoor van geen beteekenis. Alleen dank zij den vooruitgang in de prijzen kan toch nog over 1918 een bevredigend resultaat geboekt worden. De arbeidsduur werd ingekort, wat bij de heerschende slapte geen bezwaar in had die inkorting zal in nn toekomst ook wel gehand haafd blijven. Wasch- en Strijlcinrichtingen. Het bedrijf heeft evenals vorige jaren geregeld doorgewerktde aanvoer van grondstoffen was bevredigend. De hooge steenkolen- prijzen maakten de exploitatie zeer duur. Ijzergieterijen. De arbeidstoestand was niet rooskleurig; het personeel kon nauwelijks op peil gehouden worden; het aanbod van vaklieden was minder dan de vraag. De aanvoer stookmateriaal en piekijzer was buitengewoon moeielijk en dit was slechts tegen exhorbitant hooge prijzen verkrijgbaar. De arbeidsduur werd ingekort o a. in een der fabrieken tot 57 uur per week. Door het uitblijven van materialen voor scheepsbouwbedrijven en de bouwvakken was het in de afdeeling grof gietwerk slap. De resultaten van het bedrijf hebben in 1918 niet beantwoord aan de verwachtingen. Zoutziederij. Door ongeregelden aanvoer van grondstoffen en stookmateriaal was er vaak stagnatie in het bedrijf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 486