45 echter zonder succes. Zij kreeg van de Directie ten antwoord, dat de geringe toevoer van kolen een beletsel is om verandering in den dienst te brengen. Het wil de Kamer echter voorkomen, dat zonder vermeerderden aanvoer van kolen de dienstregeling zoodanig gewijzigd kan worden, dat een veel gunstiger verbinding met Dongen verkregen kan worden. Waar het hier geldt een voornaam belang van de neringdoenden van Breda, roept de Kamer bij dezen de hulp in van het gemeen tebestuur ten einde verbetering te verkrijgen. De Kamer is van oordeel, dat, waar andere gemeente's door het verleenen van ruime subsidie's of anderszins al het mogelijke doen om verbetering te verkrijgen in haar tram verbindingen, het ge meentebestuur van Breda het in haar macht zal hebben om die maatregelen te treffen, die noodig zijn teneinde de gewenschte verandering in de dienstregeling van den Zuider-Stoomtram te verkrijgen. De Kamer voorn. BIJLAGE E. Breda, 14 October 1318. Afschrift No. 815. Aan de Onderwerp: Directie der Nederlandsche Spoorivegen Tarief Incasseeren bij te Utrecht. Remboursementen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda heeft de eer U te berichten, dat zij met bevreemding en teleurstelling kennis heeft genomen van het feit, dat sedert eenigen tijd de spoorwegen, behalve de reeds zeer verhoogde vrachten, waartegen redelijkerwijze in verband met de dure steenkolenprijzen en de stijging der arbeids- loonen niets valt aan te merken, ook nog berekenen voor het incas seeren van remboursementen 1 zegge één procent van bet te incasseeren bedrag. De Kamer hoeft er niet op te wijzen, hoe enorm het verlies is dat daarmede aan handel en nijverheid wordt berokkend. Waar de Banken incasseeren voor 1 a 2 per mille, komt het de Kamer voor dat eene instelling als de spoorwegen met hare groote organisatie toch zeker niet veel duurder behoeft te zijn. Het is dan ook niet duidelijk, waarop eene verhooging van 1/i 0 0 (met een minimum van 5 ets.) tot 1 procent (met een minimnm van 10 ets.) gebaseerd kan zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 516