HOOFDSTUK X.
ARMWEZEN.
Op 31 December 1918 waren in deze gemeente gevestigd:
2 instellingen, beboerende tot letter a (burgerlijke)
27 ,i, b (kerkelijke en
14 ,j c (bijzondere)
van artikel 2 der wet van 27 April 1912 Staatsblad no. 165).
De burgerlijke instellingen zijn:
1°. het Burgerlijk Armbestuur len
2°. het Oude-Mannenhuis.
Verschillende bijzonderheden, nopens den toestand van het
armwezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van
bet Burgerlijk Armbestuur over 1918. (Bijlage XXX)
Bij Koninklijk besluit van 7 Juni 1903 no. 38 werd voor
deze gemteente een Armenraad ingesteld, waarbij bet aantal be
stuursleden werd bepaald jop vijf. Er1 zijn 19 instellingen van
weldadigheid in deze gemeente, Welke aan dien Armenraad
deelnemen. Een verslag van deze instelling over 1918 is als
bijlage hierachter opgenomen. (Bijlage XXIX.)
Op daartoe gedane uitnoodiging ontvingen wij, evenals in
Voorgaande jaren, een verslag van de ooinïnissie van het district
„Breda" van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst in de Nederlanden oVer 1918, waaruit
blijkt, dat de distri ets qolmmissie bestaat uit de heeren:
B. C. G. Glasius.
I. I. E. Francken.
D. Cheriex, secretaris.
De heer Th. A. J. Boiersch is in Sept. j.l. overleden.
De uitkeeringen hadden geregeld pla(ats op den len Werkdag
van ieder kwartaial.
Het aantal infirmen en Veteranen bedroeg 20, dat der ver
minkten 13, van Wie één sedert 1914 geschorst en één niet
opgekomen is.
Bijslag boven hunne gratificatie of pensioen ontvingen 8 ver
minkten ien 1 blinde infirme.
De opbrengst der jaarlijkschie collecte vioor het fonds was
echter niet. Voldoende pm de uitgaven te dekkenze bedroeg
f63.10Y2 vpor Breda en f538.94 vpor het geheele district.