79 Instellingen tot voorkoming van armoede. Deze instellingen zijn: A. De Bank van Leening. B. Een spaarbank i^an wege het departement „Breda, der Maatschappij tot Nut vian 't Algeïnieen. C. Een 'ziekensociëteit van het departemient voornoemd. D. Een hulpbank Van voornoemd departement. E. Een commissie uit vioormeld departement tot het doen van voorschotten aan gepensionneerden. F. Een commissie uit idetn tot het verstrekken van warme spijzen aan behoeftige schoolkinderen. G. Een bij Koninklijk besluit erkende spa.airkas vlajn de Ver- eeniging „Zuinigheid met vlijt", (afdeeling v'a,n den R. K. Volksboind). H. Een voorschotbank van voornoeinde Vereeniging. I. Een Boerenleenbank, afdeeling Van de Centrale Boeren leenbank te Eindhovlen. J. Een spaarbank vjan den St. Josephkring, opgericht 19 Maart 1897. De toestand va;n de onder A. genoefhde inrichting in 1918 is omschreven in het hierachter opgenomen va,n de commissie van beheer ontvangen verslag. (Bijlage XXXII).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 82