"6 In Maart werd het slachtverbod op runderen, schapen en varkens ingesteld. Van dit verbod kon ontheffing verleend worden tegen de verplichting tot inlevering van vet en vetafval. In dezelfde maand werd een aanvang gemaakt met de dis tributie van EENHEIDSWORST, gemaakt van varkens- en rundvleesch, in de verhouding van 10 pCt. en 90 pCt. De prijs werd gesteld op fl.10 per K.G. Het prijsverschil voor rekening van de gemeente bedroeg 10 cents per K.G. De veestapel was zoodanig geslonken, dat het den Minister noodig bleek de vleeschrantsceneering op 2 ons per persoon per week in te voeren. Omdat Breda over een door den Districts Veearts goedge keurde Centrale Slachtplaate kon beschikken, werd deze gie- mieente aangewezen als centrumgemeente voor het in ontvangst- nemen en bezorgen van levend vee voor de Gemeentel) Ooster hout, Terheijden, Dongen, Etten en Leur, Zundert, Rijsbergen, Chaam en 's Gravenmoer en te slachten voor Breda, Princen- hage, Ginneken en Beteringen. De eerste toewijzing 'geschiedde in Mei en bestond (uit 398 nuchtere kalveren, welke op één dag aankomende, onmiddellijk geslacht en in consumptie gebracht moesten worden. De slagers weigerden 'dit vleeseh te verkoopen. Door een ingezonden stuk in de plaatselijke bladen deden zij den inwoners kond, dat het vleeseh van minderwaardige kwaliteit was en zij grondden deze bewering op het feit, dat een twintigtal kalveren als niet geschikt voor de consumptie, door den Keurmeester afgekeurd waren. De kwaliteit van de overige 378 stuks liet niets te wenschen over. De slagers werden voor de keuze gesteld, óf hun bemidde ling te geven voor den verkoop van dit kalfsvleeseh, óf geheel uitge'sloten té worden van het bekomen van distributievleesch Wijselijk kozen zij het eerste. Toen brak voor het Levensmiddelenbedrijf een tijd aan van veel zorgen. Halve nachten moesten opgeofferd worden om het vee aan het Spoorwegstation of aan de vorderplaats (Ter- heijdensche Hoek) in ontvangst te nemen, te stallen en te Verdoelen over de reeds genoemde 12 gemeenten in levend gewicht naar verhouding van het rantsoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1918 | | pagina 97