14
Kantoren, iverkplaats en woning gemeentewerken.
Een gedeelte der afscheiding tusschen den tuin der woning en
liet aangrenzend perceel moest worden vernieuwd.
Een houten keet, laatstelijk gebruikt als distributiepost aan de
Schorsmolenstraat, werd aldaar afgebroken en op het terrein dei-
gemeentewerken geplaatst als bergplaats voor materialen.
Tengevolge van uitbreiding van het personeel op de teeken
kamer werd aldaar een schot verwijderd en moest ook het kantoor
van den opzichter voor den buitendienst worden vergroot.
Het buitenhout- en ijzerwerk van de werkplaats en achterzijde
kantoor werden geheel overgeverfd.
Voor het kantoor van het bouw- en woningtoezicht werd een
kast met laden ingericht tot berging van kaarten voor de woning
telling.
Torens.
Tengevolge van stormschade moesten eenige kap- en hoekkepers
van den spits van den grooten toren worden hersteld.
Een houten verbindingskruis onder de lantaarn van den grooten
toren moest geheel worden vernieuwdhet hout daartoe is reeds
in 1918 aangekocht.
Een staaldraad van het gangwerk in het uurwerk werd ver
nieuwd.
De leibedekking van den St. Joosttoren moest eveneens tenge
volge van stormschade worden hersteld.
De bliksemafleiders van beide torens werden aan het jaarlijksch
onderzoek door een deskundige onderworpen en blijkens de inge
komen rapporten in orde bevonden.
Volksbadplaats.
De badplaats werd geopend 1 Juni en gesloten 81 Augustus.
In het geheel werden in 1919 9854 baden genomen tegen 8677
in 1918.
Het grootste aantal baden op één dag bedroeg op 11 Juni 1100,
terwijl dit aantal in 1918 op 2 Juni 570 was.
Het toezicht was opgedragen aan J. Hakkens tegen eene ver
goeding van f 7.— per week.
In het najaar van 1919 waren een schutting op den afsluitdijk
en een in de gracht gedeeltelijk door storm omgewaaid. In De
cember werd met het weder plaatsen een begin gemaakt en zullen
de werkzaamheden in 1920 worden voortgezet.