VERSLAG der ia 1919 gehouden woningtelling. - 4 De door liet Rijk voorgeschreven telling werd gehouden in October De wijze, waarop zij geschiedde, was gelijk aan die van het vorige jaar (zie het desbetieffend verslag van 13 Januari 1919). Waar toen voor liet directe toezicht en de controle de hulp van secretariepersoneel was ingeroepen, is dit dezen keer door de aanwezigheid van den opzichter van het Bouw-en Woning toezicht niet noodig geweest. De eigenlijke telling heeft geduurd van 6 October tot 15 October. De verwerking der verzamelde gegevens, waarmede onmiddellijk na de telling is begonnen, was 24 December geëindigd. De hoeveelheid arbeid, daaraan verbonden was wel wat te licht geschat, zoodat de samenstelling der tabellen meer tijd vorderde, dan aanvankelijk was gedacht. Dit werk is in zijn geheel verricht door eigen personeel van mijnen diensttakslechts is voor het sorteeren der telbriefjes een der woningtelhrs langer in dienst gehouden. De telling heeft aan loonen gekost een bedrag van f421.75. De resultaten der woningtelling zijn vervat in 5 tabellen volgens model van het Ministerie van Arbeid, en waarvan afschriften aan dit verslag ziin toegevoegd. De gegevens zijn iets minder uit voerig, dan die der in 1918 gehouden telling, waarbij tevens werden opgenomen het aantal kamers en het aantal bewoners van iedere woning, alsmede de namen der gezinshoofden en de grootte, van ieder gezin. Uit de gegevens der 5 tabellen zijn de volgende conclusies te trekken 1. Het aantal woningen zonder nering of bedrijfsruimte bedroeg- met inbegrip van nood- en onbewoonbaar verklaaide woningen 4610. 2 Het aantal woningen met nering of bedrijfsruimte bedroeg 987. Een vergelijking met de cijfers der woningtelling 1918 is "niet mogelijk, daar toen in de betreffende staten niet waren opgenomen de huurwaarden van woningen, bewoond door eigenaars en van dienstwoningen, terwijl deze bij de laatste telling zijn verkregen door schatting en door overname uit het register van den contro leur der belastingen. 3. Het totaal aantal woningen bedroeg 5597 (benevens 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 135