13 ^der'ww14 Als ongeschikt ter bewoning, doch alsnog in bewoonbaren staat te brengen (art. 11 a der Woningwet) werden aange wezen de woningen geene. Art. 1 ia, 14 en 18 Als ongeschikt ter bevoning werden aangewezen en onbe- ai, 2 der W.W. woonbaar verklaard wegens het niet aanbrengen der nood zakelijk geachte verbeteringen binnen den bepaalden tijd de woningen Tramsingel 48/480. Tot de woningen, door de Commissie in vorige jaren onderzocht en nog steeds niet voldoende verbeterd, behooren Nieuwe Huizen 34'34a (thans onbewoonbaar verklaard) Jan van Polanenkade 14 t/m 21 gesloopt. Tot de woningen, door de commissie in vorige jaren on derzocht en nog steeds niet verbeterd, behooren Koninginnestraat 97, gja en 101. Beijerd nr. 31, 33 en 35 (Mosterdgang); Lange Gam- pelstraat nr. 1. Gedurende de jaren 1903 tot en met 1919 werden dooi de commissie onderzocht totaal 1256 woningen, waarvan 179 werden onbewoonbaar verklaard. Het bijzonder daartoe aangelegd register wordt regelmatig bijgehouden. Wegens den grooten woningnood is in 1919 het woning- onderzoek beperkt geweest. De commissie meende zich zooveel mogelijk van onbe woonbaar verklaring te moeten onthouden, omdat ontruiming met het oog op den woningnood onuitvoerbaar is en de woningen dus toch bewoond zouden blijven zonder dat er eenige verbeteringen worden aangebracht. Zij gaf er dus de voorkeur aan zoo eenigszins mogelijk tot verbetering te adviseeren. Woningtelling. p)e Commissie ontving van het gemeentebestuur een exemplaar van het verslag der in October gehouden woning telling, waaruit bleek i°. dat in geen der huurklassen eenige reserve aanwezig is, 2°. dat in alle huurklassen een aanmerkelijk te kort aan woningen bestaat, 3". dat dit te kort in de huurklassen van f 1.-tot f3.50 per week van dien aard is, dat dit te kort hier de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 189