17
over last van den beerput naast zijn woning. Bij onderzoek
bleek de beerput reeds hersteld.
8. De bewoner van perceel Catharinastraat 97 klaagde
over den deerniswekkenden toestand waarin zijn woning
verkeerde. Bij onderzoek bleek de woning ernstige gebreken
te hebben. De eigenaar werd ingevolge art. 14 der Woning
wet aangeschreven de voorgeschreven verbeteringen aan te
brengen.
9. De bewoner van perceel Nijverheidssingt 1 73 klaagde
over zijn woning en verzocht in aanmerking te komen voor
een betere. De woning bleek bij onderzoek in vrij goeden
staat te verkeeren.
10. De buren van perceel Middellaan 30 klaagden, dat
achter dat pand zich een hok bevond, waarin een varken
gemest werd. Bij onderzoek bleek de hinder zeer gering te
zijn. De eigenaar van het varken had verzuimd ingevolge
art. 89 der algemeene politieverordening vergunning te vragen
tot het houden van een varken, waaraan hij alsnog zou vol
doen.
11. De bewoner van pand Terheijdenstraat 19 klaagde
over den slechten toestand, waarin zijn woning verkeerde.
Het betrof in hoofdzaak het herstellen van den vloer, waar
toe de eigenaar op grond van art. 75 der bouwverordening
aangeschreven werd door Burgemeester en Wethouders.
12. Eenige omwonenden van den voormaligen bierkelder
van Van Reutii aan het van Coothplein klaagden over stank
afkomstig van natte en rottende tabak in dien kelder opge
slagen. De klacht bleek gegrond en de Commissie adviseerde
Burgemeester en Wethouders een aanschrijving te doen tot
verwijdering van die tabak.
13. De bewoner van perceel Middellaan 22 verzocht een
onderzoek naar zijn woning, welke volgens zijn geneesheer
niet geschikt was voor zijn gezin. Bij onderzoek bleek, dat
hij zich dien toestand zelf geschapen had door een der
woonkamers tot werkplaats in te richten.
14. De bewoner van perceel Schoolstraat 14^ klaagde
over een defecte afvoerleiding van het menagewater. De
Inspecteur van het Bouw- en Woningonderzoek berichtte,
dat zoo noodig een aanschrijving namens Burgemeester en
Wethouders aan den eigenaar zal plaats hebben.