Het toelatings-examen voor de nieuwe leeilingen had plaats op
7 en 8 Juli.
Voor de 1ste klasse hadden zich aangemeld 21 leerlingen (12
m. en 9 vr.)
Toegelaten werden 15 leerlingen (8 in. en 7 vr.) Een der
vrouwelijke leerlingen, die was toegelaten, is niet op de school
gekomen, terwijl een van de mannelijke leerlingen, die was toege
laten, met het oog op zijn minder gunstigen gezondheidstoestand
in plaats van leerling, toehoorder is geworden voor Latijn, Neder-
landsch, Wiskunde en Teekenen.
Na de zomervaeantie deden nog 2 leerlingen, die elders niet
bevorderd waren, toelatingsexamen voor de 3de klasse. Zij slaagden
niet; één van hen werd toegelaten tot de 2de klasse.
De toehoorder, die in den vorigen cursus in de 5de klasse de
lessen in Grieksch, Latijn, Wis- en Natuurkunde gevolgd had,
werd voor deze vakken, alsmede voor Geschiedenis, toegelaten
tot de 6de klasse.
Het schooljaar 1919—1920 begon dus met 52 leerlingen en 2
toehoorders, als volgt over de klassen verdeeld
Klasse.
Mannelijke
leerlingen.
Vrouwelijke
leerlingen.
Totaal
1
7
7
14 en 1 toehoorder.
2
2
4
6
3
5
2
7
4
7
5
12
5
3
4
7
6
3
3
6 en 1 toehoorder
27
25
52 en 2 toehoorders
Het nieuwe leerplan voor de gymnasia, vastgesteld bij Koninklijk
Besluit van den 7den Juni 1919, werd ingevoerd voor de 1ste,
2de en 3de klasse.
Van dé leerlingen der 5de klasse volgen 6 de A- en 1 de B-lessen.
Van de leerlingen der 61e klasse volgt 1 'leerlinge de A- en
de B-lessen, 3 leerlingen alleen de A- en 2 alleen de B-lessen.
Het onderwijs in het Hebreeuwsch wordt gevolgd dcor 3 leer
lingen der 5de klasse.