van de plaatsgehad hebbende veranderingen op de hoogte te
komen en daarvan aanteekening te doen.
Het gezamenlijk aantal malen dat door de instellingen in 1919
gebruik is gemaakt van de gelegenheid om bij de Kamer van
Navraag de noodige inlichtingen in te winnen bedroeg 183 waar
van 131 schriftelijk en 52 mondeling.
Bovendien werden aan particulieren een 20-tal mondelinge in
lichtingen verstrekt betreffende personen, die zich ten hunnent
hadden vervoegd om ondersteuning of andere zaken.
Persoonlijke aanmelding van hulpzoekenden kwam eenige malen
voor; o a. 16 personen die op de doorreis waren naar hunne
woonplaatsen en de middelen misten om de reis te vervolgen,
verzoekende om reispenningendeze werden door ons verwezen
naar de gemeente-politie, alwaar men met deze functie belast is
en 3 werkzoekende personen die door ons verwezen werden naar
de Arbeidsbeurs.
Om naar behooren te kunnen voldoen aan de taak den Armen
raad opgelegd bij artikel 56, le lid sub 4° blijven wij steeds erop
aandringen, dat door de besturen der weldadigheidsinstellingen
ons geregeld van de door haar in ondersteuning opgenomen per
sonen kennis- worde gegeven met vermelding der toegekende onder
steuning en toelichting omtrent den toestand van den ondersteunde.
Hiervoor vermeldden wij reeds dat wij, 'om de besturen der
instellingen behulpzaam te zijn om ons te voorzien van de noodige
gegevens, onzen onderzoeker er steeds op uitzenden om langs
dezen weg in het bezit te komen van die voor den Armenraad
onmisbare gegevens.
Zaken, die aanleiding gaven tot het dienen van raad aan auto
riteiten en instellingen van weldadigheid kwamen niet voorzoo
min op verzoek als uit eigener beweging (art. 56 le lid, sub 5°:)
Wel kwam het in den loop van dit verslagjaar weder eenige
malen voor, dat het gevoelen van den Armenraad werd gevraagd
door besturen van weldadigheidsinstellingen betreffende zaken
van minder ingrijpenden aard, waaraan steeds gevolg werd ge-
gegeven, doch die omdat ze niet van algemeen belang waren
in dit verslag achterwege zijn gelaten.
Wat de inhoud van art. 56 sub 6° betreft, kunnen wij melden,
dat nog steeds bij de vergaderingen en bij alle zich daartoe voor-