ming van zuigelingen voor Breda en Omstreken" tot liet bekomen van subsidie. Dit adres is met nog eenzelfde adres van de R. K. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken" in de gemeenteraadzitting van 18 October 1919 behandeld, en daarom trent besloten „Aangezien uit de overgelegde rekeningen van beide vereeni- „gingen blijkt, dat het boekjaar 1918 sluit met een voordeelig „saldo, kan er voor dat jaar geen sprake zijn voor toekenning „eener subsidie, wijl alleen bij volstrekte noodzakelijkheid subsidie „mag worden verleend. „De gemeenteraad besloot de betrokken vereenigingen kennis „te geven, dat zij, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, „over 1919 en volgende jaren zullen kunnen rekenen op eene „subsidie uit de gemeentekas ten bedrage van 50°/o van hetgeen „door particulieren in het betrokken boekjaar aan de vereeniging „is bijgedragen, doch in geen geval hooger dan noodig is om „eventueel nadeelig slot over dat jaar te dekken en onder uitdruk- „kelijke voorwaarde, dat de bepalingen van artikel 14 der Armen- „wet worden nageleefd. „Wijl deze wet bovendien voorschrijft, dat de subsidie telkens „voor niet langer dan één jaar kan worden verleend, zal ieder „jaar eene daartoe strekkende aanvrage moeten worden ingediend". De door ons in het verslag over 1918 omschreven toestand van het armwezen in het ambtsgebied van den raad, die wegens gebrek aan werk door het stopzetten van enkele fabrieken en andere werkgelegenheden alles behalve rooskleurig was te noemen, kunnen wij voor een groot deel van toepassing brengen op den toestand van 1919. Veel werd in dit jaar weder gevorderd van het plaatselijk steuncomité en van de weldadigheidsinstellingen voor de niet bij de vakvereenigingen aangesloten werkloos zijnde ambachtslieden en anderen. Bij het opmaken van dit verslag is de toestand zeer veel ten goede veranderd. Werkeloosheid komt thans nagenoeg niet voor, en daar de loonen over 't algemeen genomen aanmerkelijk zijn verbeterd, iets, wat met 't oog op de groote duurte van levens middelen, kleeding en andere onmisbare zaken, zeer ten goede is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 376