gekomen, kan men den toestand van het armwezen in het ambts gebied als normaal beschouwen. Zaken, die aanleiding gaven tot het uitbrengen van adviezen, als hier bedoeld, kwamen in dit verslagjaar niet voor; zoomin op verzoek als uit eigen beweging. De Ontvangsten bedroegen over 1919 f 243,035, terwijl de uit gaven f 239,17er is dus een batig saldo van f 3,865. J. LIJDSMAN, Voorzitter. A. P. DE GROOT, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 377