Vergunningsrecht voor clen verkoop van sterken drank in het klein. Aan dit recht is voor het vergnnningsjaar 1919/20 ontvangen voor 101 gewone en 3 bijzondere vergunningen f 5587.50 tegen f 5931.375 over 1918/19. Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten honderd van het bedrag, hetwelk voor eene gewone vergunning, overeenkomstig art. 20, 3de lid, der Drankwet, wordt vastgesteld Bovendien wordt het recht van elke vergunning met 50 ten honderd verminderd voor de localiteiten. waarin geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt tussclien Zaterdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur. Van deze bijzondere bepaling werd in 1919 gebruik gemaakt door de houders van 3 bijzondere vergunningen. Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van localiteiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgenomen in het gemeente verslag van dat j,aar, welke regeling ook in 1919 tot grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht heeft verstrekt. Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen. Ten aanzien van de uitvoering en de toepassing van verschil lende bepalingen der Drankwet valt alsnog het volgende te ver melden Verleend werden 3 vergunningen, ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisseling van twee bestaande vergunningen). Overgeschreven werden 2 vergunningen op een andere localiteit (art. 25). 2 vergunningen op een ander persoon (art. 26 le lid). Ingetrokken sijn: 6 vergunningen medetellende voor hem taximum. Vervallen sijn Geene vergunningen. Ten aanzien van de verloven valt liet volgende te vermelden Verleend werden 6 verloven voor den verkoop van alcohol-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 38