b. een 4 °/0 pandbrief Zuider Hypotheekbank, groot f 1000.—
voortgesproten uit de aflossing van twee Russische obligatiën,
elK groot f 1000ons gdegateei d dooi wijlen Mr. Jacob Hoeufft,
blijkens testament verleden voor den notaris J van Naerssen op
19 April 1830.
Volgens uiterste wilbescbikking van bovengenoemden erflater
woidt de rente van dit kapitaal uitgekeeid aan twee schaam
achtige armen, en wel aan een den protestantschen en aan een
den roomsch katholieken godsdienst belijdende.
In liet genot van deze uitkeeringen zijn thans wed. J. C. van
Heikel en wed. A. Broere.
Ook wordt aan deze weduwen uitgekeerd de rente van f 27.0-5,
belegd in de Rijkspostspaarbank.
Laatstgenoemd bedrag is ontstaan door het verschil tusschen
de aflossing der Russische obligatiën bovengenoemd en den aan
koop der Nederlandsche werkelijke schuld.
2e eene som van f 3000. in contanten gelegateerd door
wijlen mevrouw Henriëtte Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe
van den hoogedelgestrengen heer Charles David van Naerssen,
welke gelden ingevolge hare uiterste wilsbeschikking, bij akte
verleden voor den notaris Mr. J. A. Vorstman te Ginneken. zijn
ingeschreven in het Grootboek der Nederlandsche werkelijke schuld.
De rente van dit kapitaal moet, mede ingevolge bovengenoemde
wilsbeschikking, uitsluitend worden aangewend tot uitdeeling van
brood en brandstoffen aan de armen.
De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek over
gebleven som Van f 65,25 is in de Rijkspostspaarbank belegd.
De daaruit voortspruitende rente wordt eveneens bestemd tot uit
deeling van brood en brandstoffen.
3e. eene som van f 100.onze administratie geschonken dooi
den weledelen heer J. IngenHousz-Boots bij gelegenheid van zijn
zilveren huwelijksfeest in April 1908, waarvan de rente moet
worden aangewend tot uitdeeling van voedingsmiddelen en brand
stoffen.
Bovendien bezit onze administratie
a. een certificaat Nederlandsche werkelijke schuld groot f 1000
rentende 3 °/o, den arme geschonken door den weledelzeergeleerden
heer Dr. A. F. J. IngenRousz, bij gelegenheid van zijn gouden
huwelijksfeest op 14 April 1897, onder voorwaarde de rente te
besteden tot uitdeeling van voedingsmiddelen en brandstoffen.