8
Kantoor van waarborg der gouden en silveren werken.
Bij de verschillende verkcopingen werd hieraan uitgegeven
Terugbetaald bij lossing
vóór de verkooping.
in Maart 1919 f 0,675 -f f 3,— f 3,675
Juni 0,10 -f 0,65 0,75
September 0,075 -j- 2,85 2,925
December 0,15 -j- 3,525 3,675
f 1„10,025 11,025
en in 1914 f 22,125
1915 23,625
1916 16,125
1917 12,75
1918 10,05
Alzoo in 1919 f0,975 meer dan in 1918.
Deze uitgaaf wordt geregeld naar liet meerdere of mindere
gewaarborgde en het gehalte van de verkochte panden.
Overschotten op verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meer
dere opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen
interesten, blijven, volgens art. 24 van het Eeglement der Bank,
gedurende acht maanden na de verkooping ter beschikking van
de houders van pandbewijzen.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van de
Bank.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden
in Febr. 1919 f 83,68 van panden, verkocht in Juni 1918.
Mei 141,59 Sept.
Aug. 125,585 Dec.
Nov. 77,02 Maart 1919.
f 427,875