11
Lasten.
Begroot
bedrag.
Werkelijk
bedrag.
Interest van opgenomen kapitaal
f
360,-
f 418,89
Jaarwedden van de ambtenaren
5?
5250,
6274,52
Storting in het gemeentelijk pensioenfonds
300,
300,-
Kosten van vuur, licht, water, enz.
O
300,
31585
Administratiekosten, enz
v
250,—
134,56
Kosten van onderhoud en aanschaffen van
gebouwen en meubelen
225
789,-5
Kosten vallende op verkoopingen
250,—
214,63
Betaalde waarborgrechten
40-
11,025
Kosten van brand- en inbraakverzekering
>3
45,-
52,88
Tekorien op gehouden verkoopingen
3Ï
150,
2,03
Onvoorziene uitgaven
300,
f
7470,
f 8513,39
Uit de hiervoor omschreven verrichtingen blijkt, dat het getal
beleende en geloste panden nagenoeg gelijk is aan dat van het
vorige jaar. In de laatste jaren worden evenwel veel minder
panden grootendeels bestaande uit gedragen ldeedingstukken
beleend dan eenige jaren terug en naar de oorzaalc daaivan
zijn wij zoo vrij wederom te verwijzen naar het daaromtrent mede
gedeelde in vorige verslagen.
Behoefde voorheen van het door de Bank bij de Gemeente opge
nomen kapitaal alleen dan rente betaald te worden, wanneer er
winst gemaakt werd, ingaande 1 Januari 1913 moet, krachtens
art. 25 van het Eeglement, 4°/o van het ontvangen voorschot
worden vergoed. Op 31 December 1919 was de Bank aan de
Gemeente schuldig f 14500,en moest aan interest daaivan
worden vergoed f 418,89.
Bij raadsbesluit van 1 Augustus 19.14 werd bepaald, dat over
1914 en zoolang daarin geene wijziging wordt gebracht
ook over de eerstvolgende jaren, door de Bank, overeenkomstig
art. 2, 3e lid, der Verordening op het beheer van het Gemeentelijk
Pensioenfonds, in dat fonds zal worden gestort f300,Ter
voldoening aan dit raadsbesluit werd over 1919, evenals in de
vijf daaraan voorafgaande jaren, uit de fondsen der Bank wederom
f 300,in gemeld Pensioenfonds gestort.
De rekening der Bank over 1918, bedragende in ontvangst