13
De gebouwen bevinden zich in goeden staat - het onderhoud
geschiedt op voldoende wijze.
De gevoerde administratie gaf geen aanleiding tot opmerkingen;
alle in het Reglement voorgeschreven registers werden geregeld
bijgehouden.
De verificatie der kas, het nazien der boeken, alsmede de controle
in de magazijnen, hebben steeds geregeld plaats gehad en geen
reden tot aanmerking gegeven.
Breda, 15 Mei 1920.
De Commissie voor de Gemeentelijke
Bank van Leening:
H. J. MOLL, Voorzitter.
CERUTTI, Secretaris.