14
Bijzonderheden betreffende districtsbemiddeling.
Bij voorgaande beschouwingen betreffende de districtsbemid
deling imag niet achterwege blijven een nadere uiteenzetting der
werkzaamheden van de gemeentelijke arbeidsbeurs ten dienste
der werkloozen uit de gemeenten Ginneken, Prineenhage en
Beteringen.
Wanneer een inwoner uit de hier genoemde drie gemeenten
werkloos wordt, zou hij, volgens de districtsregeling, zich bij
den correspondent in zijne woonplaats moeten aanmelden. Daar
toe zijn die menschen niet te brengen. Vooreerst is aan nagenoeg
allen bet bestaan van een correspondentschap in hunne gemteente
onbekend. Vervolgens zijn die arbeiders door hun werk en orga
nisaties zoo geheel in Breda ingeleefd, dat zij zich feitelijk als
Bredanaars beschouwen en bij voorkomlende werkloosheid recht
streeks de hulp der Bredasche arbeidsbeurs inroepen, in hun
eigen belang.
Waar de verordening op de Bredasche arbeidsbeurs toelaat al
dus te handelen, worden de werkloozen der drie omliggend©
gemeenten te Breda ingeschreven.
In 1919 waren de cijfers hiervan aldus:
Ginneken ingeschreven 134geplaatst 13.
Prineenhage ingeschreven 304geplaatst 26.
Teteringen ingeschreven 119; geplaatst 19.
Het is nagenoeg geheel uitgesloten, dat deze plaatsingen tot
stand gekomen zouden zijn, Wanneer deze werkloozen niet recht
streeks aan de Bredasche arbeidsbeurs waren ingeschreven.
De resultaten der Bredasche gemeentelijke arbeidsbeurs behoo-
ren dus met bovenstaand© cijfers vermeerderd te worden. Ter-
wille van de statistiek zijn zij in dit verslag en de m'aa.nde-
lijksche verslagen ten name der betrokken gemeenten gebracht.
Standpunt der beurs bij staking of uitsluiting.
Art. 6 der verordening op de arbeidsbeurs luidt:
„De arbeidsbeurs verleent haar bemiddeling niet tot het plaat
sen van werkzoekenden bij een werkgever, van wiien haar be-
„kend is geworden, dat in zijn bedrijf of onderneming een werk
staking of uitsluiting heerscht. Aan in die werkstaking of
„uitsluiting rechtstreeks betrokken werkzoekenden, voor zoover