32 Bij verandering' der overheidshulp van bijslag op nitkeeringen in subsidieverlening bij de contributie, zat voor de bedoeling, de kassen daardoor zóó sterk te maken, dat zij in tijden van crisis zich zouden kunnen bedruipen, zonder bijzonderen steun van de overheid. Wanneer na. het einde van den oorlog de toestanden zich in de richting der normale tijden hadden gaan wijzigen, dan zou men dit wel hebben kunnen bereiken. Nu echter de malaise bleef en in sommige bedrijven nog erger werd, is vooralsnog van versterking der kassen in de mate als verwacht werd, niets te bespeuren. Voor de werkloozen kassen in de bouwvakken heeft de Minister van Arbeid zelfs het subsidiebedrag van 100 pCt. tot 200 pCt. moeten verhoo- gen met ingang van 3 November 1919. De verwachting om trent versterking der kassen kan eerst in normale tijden ver wezenlijkt worden. De werkloosheidsnoodwet. Do toestanden in verschillende bedrijven en de maar niet wijkende werkloosheid, bleven zware offers eischen van som mige werkloozenkassen. Achterstaande tabellen geven een bééld van de inkomsten en uitgaven der kassen voor wat onze ge meente betreft, waarbij het groote verschil tusschen contribu tieontvangst en de uitkeeringen zal opvallen. In den loop van 1919, nadat tot opheffing van het Kon. Nat. Steuncomité was besloten, kwa.m door de aanneming der werkloosheidsnoodwet, eenige wijziging in de uitvoering van het „Werkloosheidsbesluit 1917". De grondslagen bleven de zelfde, doch de toetreding als lid tot de werkloozenkassen werd zeer gemakkelijk gemaakt, terwijl contributie en uitkeering ver hoogd werden. Tijdelijke opheffing van den wachttijd. Moest vroeger een werklooze ten minste 26 weken lid eenér kas zijn om recht op uitkeering te erlangen, door de werkloos heidsnoodwet kon hij direct bij zijn intrede in de organisatie uitkeering ontvangen, wanneer hij werkloos was. Zeer vele werlc- loozen profiteerden van deze gunstige bepaling, die van zeer grooten invloed is geweest op den groei der organisaties met werkloozenkassen. Dit is te zien in achterstaande tabellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 446