13
landbouwers kwamen weder vrij met hunne granen ter ver
maling. Wel waren de hoeveelheden van bakgraan niet van
groote beteekenis, daar de boeren hun graan wegens den Imo
gen prijs f33.per 100 K.G.) laan de Regeering verkochten,
doch de voedergr[anen werden naar behoefte, aangevoerd en ver
malende handel was hierin bijna geheel vrij.
Het buitenlandsche bakgraan bleef echter geheel nog onder
Rijks distributie, zoodat vrije vermaling nog steeds was bui
tengesloten. Daar de gemeente Breda nog steeds de tarwe ten
behoeve van het bruinbrood aan de bakkers in gemalen toestand
levert, wordt hierdoor aan de maalderijen een deel van haar werk
ontnomen.
Over het geheel genomen kan echter het jaar 1919 voor de
maalderijen als een tamelijk gunstig ja:ar worden aangemerkt-
Kleedermakerij
De invoering van den achturigen werkdag en de belangrijke
loonsverhoogingen die in 1919 tot stand kwamen (in verge
lijking met 1914 is nu de toonstandaard imet plm. 100 pCt.
verhoogd) waren oorzaak dat de productie op de ateliers sterk
verminderde. Ook is de prikkel tot werken niet krachtig genoeg
meer In de 2e helft van 1919 bloeide het bedrijf het meest. Al
leen in de militaire afdeeling doet zich de invloed van be
ëindiging van den oorlogstoestand sterk gevoelen, door terug
gang in de orders.
Kwnstwalf abriek.
In dit bedrijf was in 1919 de toestand over het algemeen
niet gunstig, daar bij groote voorraden er geen of weinig afzet
was en de bedrijfsonkosten als werkloonen, vrachten (vooral
de scheepsvrachten) sterk gestegen zijn.
Lucifers fabricage.
De aanvoer van grondstoffen en stookmateriaal ging niet
zonder moeilijkheden, zoodat niet overal de volle productie be
reikt werd. De uitkomsten van het bedrijf zouden dan ook
beter kunnen zijn.
Dit bedrijf had in 't bijzonder nadeeligen invloed van de
slechte valuta's van het buitenland. Daarbij werd ook de in-