17
W as-industrie,.
In 1919 kon dit bedrijf slechts ongeregeld in gang gehouden
worden, zoowel wegens gebrek aan grond- als aan 'brand- en
hulpstoffen. Na verbetering van den aanvoer kon slechts korten
tijd met voordeel gewerkt worden, want tegen het einde des
jaars trad eene groote prijsvermindering in, die veel verliezen
opleverde.
Wascli- en Strijkmnchtingen.
Door de verhooging der grondstoffen en van de arbeidsloonen
moesten de waschprijzen verhoogd worden. Vele klanten werden
daardoor gedwongen zelf te wasschen.
IJz er gieterij en.
Sinds het voorafgaande jaar is er in den goederen en gelde-
lijken omzet eenigen teruggang te bespeuren. De nijvere mid
denstand ondervond in deze afdeeling eveneens concurrentie uit
het buitenland, omdat tengevolge der lage valuta's voortdurend,
zelfs door menschen buiten het vak staande, prijsonderbiedingen
gedaan werden. De loonen uit dit bedrijf zijn zoodanig opge
schroefd, dat de toekomst in verband met de buitenlandsche
concurrentie zeer duister ingezien wordt.
Overigens was de toestand in deze industrie niet ongunstig
te noemen.
Zeepfabrieken.
De toestand was voor dit bedrijf ongunstig, groot-endeels ten
gevolge van de regeeringsbemoeiingen in 1918. De afzet der pro
ductie wegens invoer uit Engeland en Amerika, gemis van
uitvoer en overproductie in eigen land, onvoldoende gleldelijke
bedrijfsresultaten, dientengevolge onbevredigend.
Zoutziederijen.
Daar in de nabijheid van Boekelo in de provincie Overijsel
ruw zout in groote hoeveelheden is gevonden, is voor de ont
ginning concessie verkregen en is opgericht de Kon. Nederland-
sohe Zoutindustrie, waarin ook de Staat der Nederlanden finan
cieel belang heeft gekregen.
De zoutziederijen hebben zich verplicht om het geraffineerde
zout, dat ter plaatse wordt bereid en dat van prachtige kwaliteit