Gemeente Ambachtsschool te Breda. 83 van 1919 was de werkloosheid van dit bedrijf niet abnormaal groot In de laatste maanden van 1919 kon in de metaalindustrie meerdere bedrijvigheid geoonstateerd worden. In de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Harte, de le Directeur dezer school, werd voorzien door de benoeming op 22 Mei 1919 van den heer B, Steggerda, Di recteur der A. B. S. en G. T. S. te Eindhoven. In het door den Directeur samengestelde reorganisatieplan werd o.m. opgenomenuitbreiding van het Personeel, n.l. 2 leeraren voor het smids- en machineteekenen en 1 leeraar voor het voortgezet theoretisch onderwijs. De benoemden aanvaar den hunne functie in 1920. In 1919 werden 78 leerlingen ingeschreven, welke toelating wenschten op de school. Aan het toelatingsexamen werd door 72 leerlingen deelgenomen, wijl 6 leerlingen niet waren opge komen Voor het'examen slaagden 58 leerlingen, terwijl 14 leerlingen werden afgewezen; allen kon plaats worden verleend; het waren 31 smeden (w.o. asp.-electriciens), 12 timmerlieden, 11 meubel makers en 3 schilders. In den loop van 1919 verlieten 16 leerlingen de school, zonder den cursus te hebben voleind. Einde Maart 1919 hadden 38 leerlingen den 3- of 4-jarigen cursus doorloopen en kon aan allen het getuigschrift der school worden uitgereikt. Op het einde van December 1919 waren 146 leerlingen inge deeld als volgt: 14 electriciens, 73 smeden-bankwerkers, 26 timmerlieden, 24 meubelmakers en 9 schilders. Van deze leer lingen woonden er 91 in Breda en kwamen 55 leerlingen uit 16 aan- en omliggende gemeenten De maatschappelijke positie van de ouders der leerlingen was als volgt: Ambachtslieden 52; winkeliers of kooplieden 10; bouwkundi gen 1ambtenaren, onderwijzers of militairen 34landbouwers of arbeiders 19zonder beroep of moeder weduwe 30, (w. o. de leerlingen in gestichten opgenomen). Volgens den leeftijd waren de leerlingen te verdeelen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 488