60 Bglage K. 934 23 October 1919 Aan Burgemeester en Wethouders van Breda- De Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft de eer Uw College te berichten, dat zij het gebruik van den telefoon zoo ingrijpend acht in het volks bestaan, dat zij niet kan adviseercn den dienst des Zondags te beperken. Vooral op handelsgebied komt het vaak voor dat juist op Zondag besprekingen of onderzoek noo- dig zijn. Kan dan van den telefoon geen gebruik gemaakt worden, dan brengt dit stoornis te weeg in zaken vaak kunnen deze niet verschoven worden tot den Maandag. Kan dit wel, dan zal veelal het gesprek toch moeten plaats hebben en kan de betrokkene tevens genoodzaakt zijn om op Maandag' de stad niet te mogen verlaten. Hierbij mag opgemerkt wor den dat juist des Maandags vele handelaren voor hunne zaken op reis moeten.b.v. naar de Beurs (Rot terdam) of op marktbezoek en deze bezoeken kunnen in den regel niet overgeslagen worden. Men moge hier tegenwerpen dat de telefoon niet absoluut noodzakelijk is voor bet houden van be sprekingen, doch het is een feit, dat eene andere wijze zeer tijdroovend is. Ook het feit alleen dat men per telefoon zich vergewissen kan of een bezoek niet nutteloos is, biedt reeds een groot gemak. In tal van gevallen voorkomt het gebruik van den telefoon aldus veel hinder en last. Daar de telefoon het vlugste middel is om berichten over te brengen, is de openstelling van het net op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1919 | | pagina 514