Oude-Mannenhuis
Instellingen tot voorkoming van armoede.
69
Naam van de instelling en
rubriek, waartoe zij behoort.
Roomsch-Kath. Gasthuis, Vereeni-
ging „Alles voor allen". {b)
Het door de instelling beoogde
bijzondere doel.
Opneming en verpleging door liefde
zusters van zieken zonder onderscheid
van godsdienstige gezindten en van
R. K. behoeftigen.
Vereeniging tot stichting en instand- Het verplegen van zieken tot alle
houding van een Diaconessen- godsdienstige gezindten behoorende,
huis. cdoch, wat armenverzorging betreft,
alleen verpleging van behoeftige Prot.
zieken.
Het bestuur van dit gesticht werd benoemd door den gemeen
teraad en bestond op 31 December 1919 uit de volgende heeren
J. M. IngenHousz, Voorzitter.
H. F. J. N. W. Temminck.
P. L. Faes.
J. J. van Mierlo.
mr. P. G. E. van Wijmen.
Rentmeester is de heer Th. W. F. M. Relik.
In het bestuur van dit gesticht kwam in het afgeloopen jaar-
geen verandering. De heer J. J. van Mierlo die op 1 Juni 1919
als regent aan de beurt van aftreding was, werd bij raadsbesluit
van 12 Juli 1919 herbenoemd.
In 1919 zijn door regenten 6 personen voorgedragen, om als
broeder in het gesticht te worden opgenomen. Op deze voordracht
is door ons gunstig beschikt (artikel 35 van het reglement voor
het Oude-Mannenhuis).
Deze instellingen zijn
A. De Bank van Leening.
B. Een spaarbank van wege het departement „Breda" dei-
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
C. Een ziekensociëteit van het departement voornoemd.
D. Een hulpbank van voornoemd departement.
1