VERSLAG betreffende den toestand en de
werking van de Gemeentereiniging, over
het dienstjaar 1920.
leden.
Beheer.
Burgemeester en Wethouders worden in het beheer van den
reinigingsdienst bijgestaan door eene Commissie, genaamd Rei
nigingscommissie
Deze commissie was op 1 Januari 1920 samengesteld als
volgt
H. J. Moll, wethouder, voorzitter.
F. F. X. Cerutti,
C. J. Kluft,
Th. J. A. van Dijk,
J. M. Meijvis.
In de raadsvergadering van 20 Augustus werden genoemde
heeren ook voor het jaar 1921 benoemd, allen namen deze be
noeming aan, zoodat de samenstelling van de commissie geene
verandering onderging.
De directeur fungeerde als secretaris.
Directie en Opzicht.
Aan den directeur M. F. M. G. Keulen werd op zijn verzoek
wegens zijne benoeming tot adjunct-directeur bij den reinigings
dienst te Eindhoven, bij raadsbesluit van 28 April eervol ontslag
verleend ingaande 16 Mei d.a.v.
In de ontstane vacature voorzag de raad op 26 Juli door de
benoeming van den heer J. Soutendam, directeur der gemeente
reiniging te Harlingen, die op 1 October d.a.v. in functie trad.
Tijdens de vacature werd de vaaltopzichter met de waarneming
dezer functie belast.
De opzichter J. H. Sloots zag zijne tijdelijke benoeming met
ingang van 16 Juni, door eene vaste vervangen.
Op 31 December 1920 was het ambtenaren-personeel samen
gesteld als volgt