14
het Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op
de Volksgezondheid te Utrecht over het onderzoek van het water
der Bredasche waterleiding, welk rapport niet voor publicatie be
stemd was. De uitkomsten van dat onderzoek bleken gunstig te zijn.
Door den gemeenteraad werd besloten om in afwachting van
een algeheele tarief herziening met ingang van 1 Juli 1920 op
alle vorderingen wegens waterverbruik een tijdelijken toeslag te
heffen van 25 Dit besluit is genomen zonder dat het advies
der commissie is ingewonnen, wat de commissie in strijd acht
zoowel met art. 6 Gezondheidswet 1901 als met art. 14 der
nieuwe Gezondheidswet 1919. Dit werd aan Burgemeester en
Wethouders medegedeeld. Aangezien uit de toelichting van den
Directeur der waterleiding niet gebleken is, dat een verhooging
van 25 noodig is, adviseerde de commissie den tijdelijken
maatregel tot verhooging der tarieven met 25 0 o zoo spoedig
mogelijk in te trekken en over te gaan tot een tariefsverhooging
ter dekking van de meerdere exploitatiekosten.
HOOFDSTUK X.
Levens- en genotmiddelen, gebruiksartikelen.
A. Vleesch.
De commissie ontving maandelijks opgave van den gemeen
telijken keurmeester van het geslachte, ingevoerde en afgekeurde
vee, vleesch en visch.
Consumptievleesch in het jaar 1920.
Geslachte dieren. Aantal K.G.
gemiddeld
3049 Runderen. 200
861 Kalveren. 80
641 Nuchteren kalveren. 20
3514 Varkens. 100
479 Paarden. 250
241 Schapen en geiten. 15
Totaal van het in Breda geslachte vleesch
Ingevoerd werd (vleesch van diverse dieren)
Totaal van het in 1920 in Breda in consumptie
gebrachte vleesch. 1 189632 K.G.
Er werd 6167 K.G. Argentijnsch vleesch ingevoerd, hetgeen
begrepen is onder het cijfer voor ingevoerd vleesch.
Totaal aantal K.G.
netto vleesch.
609800 K.G.
68880
12820
351400
119750
3615
166265
23367
K.G.
j