31
Art. 2?, alinea
ordening, waaruit dan van zelf voortvloeit, dat zij bij gebreke
daarvan als overtreders moeten worden aangemerkt.
Art. 14. £)e wijzJging van Jit artikel beoogt in zijn tweede alinea een
verscherping van de voorschriften in het belang van de toetreding
van licht en lucht en in zijn vierde alinea sub 2 een verzachting
van de voorschriften ten opzichte van gebouwen, welke niet ter
bewoning bestemd zijn.
Art. iV't.v. schept de mogelijkheid achter- of binnenrooilijnen vast te
stellen.
ah. 17. [)e voorgestelde nieuwe tweede alinea, te plaatsen tusschen
de eerste en tweede alinea van de bestaande jverordening, maakt
het mogelijk bij woninginspectie herhaaldelijk geconstateerde mis
standen te verbeteren.
Art. 18 cn rij. j-je wijziging van deze artikels heeft ten doel een ruimere
toegang te verzekeren.
De commissie acht de hoogte, tot welke een gebouw mag
worden opgetrokken, zijnde tweemaal de breedte van den aan-
grenzenden openbaren weg, te groot in verband met de toetreding
van licht en lucht en acht een beperking tot anderhalf maal die
breedte noodig. Zij heeft geen bezwaar tegen verhooging van
v het algemeen maximum.
Art. 23, alinea 3. brengt een verscherping van de voorschriften.
De wijziging van den aanhef van paragraaf 4 bedoelt de op
privaten betrekking hebbende voorschriften ook te doen gelden
voor urinoirs.
Toevoeging aan art. 29.
Zie hierboven.
Art. at,tis. voldoet aan een dringenden hygienischen eisch, evenals art.
29 tres.
Art. 3o. Hiervan is de redactie verbeterd en een onnoodig voorschrift
weggelaten.
Art. 31. sub 5. beoogt in het belang der hygiene strengere eischen te stellen
bij het maken van overstorten.
Art. 33. De wijziging van de eerste alinea heeft ten doel te zorgen
dat elk gezin de beschikking heeft over waterleidingwater.
De verandering van onschadelijk in ondeugdelijk is noodig,
omdat onschadelijk water nog niet altijd geschikt behoeft te zijn
als drinkwater.
Art. 34J/r. voldoet aan een leemte in de bestaande verordening, zoo ook
Art. 34 tres.