3
Gebrek aan kleeding of schoeisel werd aan onze commissie
nimmer als reden van schoolverzuim opgegeven.
De ondervinding leert, dat in gezinnen, waar orde en regelmaat
heerschen en waar toch ook wel eens ziekte voorkomt of hulp in de
huishouding niet kan worden ontbeerd, het schoolverzuim zeer
sporadisch is en dat dit verzuim in verreweg de meeste gevallen
afhangt van de wijze, waarop de ouders hunne taak als opvoe
ders der kinderen opvatten.
Verdere werkzaamheden.
Van het Hoofdbestuur der Tuchtunie, gevestigd te Utrecht,
ontvingen wij eene circulaire, waarin verzocht werd adhaesie te
betuigen aan een door dat bestuur aan den gemeenteraad gericht
adres, houdende verzoek een onderzoek in te stellen naar het
hardnekkig schoolverzuim en de verregaande koppigheid, brutaliteit
en ongehoorzaamheid van leerlingen, om zoodoende, zoo nóodig,
te komen tot het oprichten van een of meer speciale scholen of
klassen, waar de leerlingen aan strengere tucht zouden worden
onderworpen.
Aan dit verzoek meende de commissie te moeten gevolg geven.
Hiermede zouden wij dit verslag kunnen eindigen, ware het niet,
dat wij nog met een enkel woord wenschten te memoreeren de
totstandkoming van de nieuwe Lager-Onderwijswet en de wijziging
van de Leerplichtwet, waardoor de administratieve behandeling
van het schoolverzuim aan de zorg van de inspectie op het lager
onderwijs is toevertrouwd.
Eenige onnoodige administratieve omslag is hierdoor wegge
nomen, hetgeen ongetwijfeld eene meer vlugge berechting van
het ongeoorloofd schoolverzuim zal tengevolge hebben en een
geregeld schoolbezoek in de hand zal werken.
De Commissie tot wering van schoolverzuim,
J. SEEGELAAR, Voorzitter.
A. J. VAN SON, Secretaris.