MEHSLAG over den toestand van
het Gymnasium te Breda over
liet jaar IS2CI.
Aan den Raad der gemeente Breda.
Ter voldoening aan art. 24 der Wet tot regeling van het Hooger
Onderwijs en art. 10 van het reglement van het Gymnasium hebben
wij de eer U het volgende verslag omtrent den toestand van het
Gymnasium over het jaar 1920 te doen toekomen.
Leerlingen.
Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari
KLASSE
MANNELIJKE
VROUWELIJKE
TOTAAL
LEERLINGEN
LEERLINGEN
1
7
7
14 1 toehoorder
2
2
4
6
3
5
2
7
4
7
5
12
5
3
4
7
6
3
3
6 1 toehoorder
27
25
52 2 toehoorders
Van de leerlingen der 5de klasse volgden 6 de A-lessen, 1 de
B-lessen.
Van de leerlingen der 6de klasse volgden 1 leerlinge de A- en
B-lessen, 3 leerlingen alleen de A- en 2 alleen de B-lessen.
De toehoorder in de 6de klasse volgde het onderwijs in Grieksch,
Latijn, Geschiedenis en Wiskunde.
De toehoorder in de lste klasse volgde het onderwijs in Latijn,
Nederlandsch, Wiskunde en teekenen.
Het onderwijs in het Hebreeuwsch volgden 1 m. en 2 vr. leerlingen.
De 2 vr. leerlingen hebben dit vak in Mei opgegeven.
Het onderwijs in het Teekenen volgden alle leerlingen der 3
laagste klassen1 leerling van de 3de klasse trok zich later terug.
Aan het onderwijs in de Gymnastiek namen deel 17 leerlingen,
verdeeld in 2 groepen4 leerlingen waren op een schriftelijke ver
klaring van een geneesheer vrijgesteld.