Artikelen 35. In 1920 onderging de lijst, bedoeld bij artikel 3 der wet, geen verandering. Geen zaken zijn voorgekomen als bedoeld in de artikelen 4 en 5. Artikelen 611. Oprichting en opheffing van instellingen van weldadigheid hebben niet plaats gehad evenmin verandering in de bestemming der fondsen van bestaande instellingen. Artikelen 12 en 57. Aan onze aanvragen, bedoeld in art. 12 en 57, wordt steeds gevolg gegeven. Artikel 13. Alleen de Gereformeerde gemeente geeft de door haar onder steunde armen niet op, doch uit hare ingezonden statistische opgave blijkt, dat door haar 1920, 10 personen zijn ondersteund, waarvan 5 met giften in eens, 2 gedurende een gedeelte van het jaar en 3 gedurende het geheele jaar. Artikel 14. Onderstaande instellingen hebben in het verslagjaar van ge meentewege eene subsidie genoten, namelijk 1Vereeniging Het Groene Kruis voor Breda en omstreken f 250,—. Het beoogde bijzondere doel dezer vereeniging is Het verleenen van hulp bij de verpleging van zieken het nemen en ondersteunen van maatregelen ter voorkoming van ziekten en het bestrijden der tuberculose als volksziekte 2°. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken f 316,41. Het beoogde bijzondere doel dezer vereeniging is Het bevorderen der gezondheidsbelangen van de zuigelingen». Artikel 15. Vanwege het Burgerlijk Armbestuur wordt wekelijks een collecte gehouden met gesloten bussen aan de woningen der ingezetenen, welke ten goede komt aan de door genoemd armbestuur onder steunende personen. In 1920 bracht deze collecte f 601,53 op. Mede wordt door gemeld armbestuur bij het voltrekken van Mededeeling omtrent de toepassing van eenige bepalingen der Armenwet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 337