2 Voormelde staat geeft een overzicht van den geldelijken toestand op 31 December 1920, alsmede van het getal panden in de maga zijnen aanwezig, terwijl de volgende opgaven een overzicht geven van de verrichtingen gedurende 1920. Beleeningen. Maanden. Panden. Kapitaal. In Januari 902 3700,50 Februari 839 - 3243,— Maart 999 - 4435,50 April 906 - 4314,50 Mei 1017 - 4479,— Juni 892 - 4295,50 Juli 946 - 4051,50 Augustus 933 - 4532,— September 1006 - 4704,50 October 898 - 3790,50 November 847 - 4128,50 December 912 - 3992,50 11097 49667,50 De beleeningen bedroegen In 1915 12917 38443,50 1916 11672 - 35031,50 1917 11647 - 37470,— 1918 11710 - 38932,— 1919 12686 - 47441,— Hieruit blijkt, dat in 1920 minder beleend zijn dan in 1919 1589 panden met een hooger bedrag van 2226,50. Administratieloon. Ter tegemoetkoming in de kosten van de administratie der Bank, wordt sedert 1 Januari 1913, krachtens art. 17 van het Reglement, bij het sluiten der beleening een administratieloon in rekening gebracht tot een bedrag van 2 cent voor eiken gulden, berekend over het bedrag van het voorschot, zoodat aan administratieloon is ontvangen 2 °/0 van ƒ49667,50 ƒ993,35. Lossingen. Maanden. in Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November December Panden. Binnen 8 dagen. Kapitaal. 842 509 3287,- 824 436 - 3668,50 915 412 - 3945,50 904 489 - 3938,— 1084 569 - 4628 963 424 - 4600,50 1143 661 - 5022,— 917 467 - 3959,— 924 436 - 4572,— 957 545 - 4539,— 805 374 - 3296,— 929 481 - 3909,50 11207 5803 49365,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 362