- o,- - o,- 4 Opgelden van verkochte panden. Deze opgelden bedragen 5 cent per gulden van de verkoopsom, in Maart 1920 f 24,64 Juni - 26,26 September - 25,06 December - 24,34 Samen f 100,30 Die ontvangsten bedroegen in 1915 130,48 1916 - 104,49 1917 - 104,94 1918 - 86,72 1919 - 89,87 In 1920 alzoo meer ontvangen dan in 1919 f 10,43. Kosten vallende op verkoopingen. in Maart 1920 f 58,30 Juni - 50,55 September - 46,25 December - 43,05 TT98,15 Die kosten bedroegen in 1915 f 141,40 1916 - 147,80 1917 - 189,90 1918 - 186,92 1919 - 214,63 In 1920 minder dan in 1919 uitgegeven f 16,48. Kantoor van waarborg der gouden en zilveren werken. Bij de verschillende verkoopingen werd hieraan uitgegeven in Maart 1920 f 2,25 f 1,95 f 4,20 Juni - 1,50 - 1,50 September - 0,375 - 3,45 - 3,825 December - 1,05 - 1,05 f 2,625 f 7,95 f 10,575 en in 1915 f 23,625 1916 - 16,125 1917 - 12,75 1918 - 10,05 1919 - 11,025

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 364