bezit gekregen, dan zal hij, tot terugbetaling aangemaand, in den regel ontslag nemen en den bond verlaten, want terugbetalen is eerstens bijna niet mogelijk en vervolgens wordt dat als regel ronduit geweigerd. Voorkomen van onrechtmatige uitkeeringen is dus zeer sterk in het voordeel der kassen en bevordert eene goede werking der werkloosheidsverzekering. Het is daarom zoo jammer, dat niet alle afdeelingspenningmees- ters hiervan eene juiste opvatting hebben. Velen hunner zijn een voudig bang voor hunne leden. Wanneer een werklooze, niet voor reden vatbaar de mentaliteit van vele arbeiders is heden ten dage zoo op hoogen toon ten huize van den penningmeester uitkeering blijft eischen, ook als hij er geen recht op heeft, dan weet de penningmeester niets beters te doen dan hem naar de arbeidsbeurs te verwijzen. In plaats van zoo'n teleurgestelde werklooze de artikelen van het kasreglement voor te houden, waarop de weigering tot uitkeering steunt, doet men het voorkomen alsof de directeur der arbeidsbeurs de man is die de beslissing in handen heeft. Dit standpunt van bedoelde penningmeesters, is volslagen onjuist en bovenal niet prettig voor den betrokken ambtenaar, die door reglementen en voorschriften gebonden, niet het recht heeft, uit keeringen doen te verbieden of wel er toestemming voor te geven, deze beslissing wordt door de kasbesturen genomen. Verbetering in opvatting bij de afdeelingspenningmeesters, omtrent dezen kant van de samenwerking is hoogst gewenscht. In 1920 werd vijfmaal een bezwaarschrift ingediend tegen onrechtmatige uitkeeringen. In een geval werd door het betrokken kasbestuur in beroep gegaan bij den Minister van Arbeid, welk beroep echter te laat werd ingediend zoodat hierop geen ministe- rieele beslissing kon volgen. In een geval werd het gemeentebestuur in het gelijk gesteld en werd de betrokken vakbond tot terugstorting van een bedrag van f 29,26 verwezen. In de drie andere gevallen stelden de kasbesturen geen beroep in tegen het bezwaarschrift van het gemeentebestuur. Het aantal leden der werkloozenkassen die aan de controle zijn onderworpen, bedroeg einde 1920 •inwoners van Breda 2427 verzekerden. Princenhage Ginneken Teteringen andere gemeenten 502 179 244 75 Totaal 3427

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 388