VERSLAG van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken te Breda, betreffende
den toestand van handel en nijverheid
gedurende het jaar 1920.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda heeft de eer
U het verslag aan te bieden harer werkzaamheden benevens een
overzicht van den toestand van handel en industrie te Breda en
naaste omgeving over het tijdvak van 1 Januari31 December' 1920.
Samenstelling en Handeling-en der Kamer.
De Samenstelling der Kamer was op 31 December 1920 als volgt
R. G. L. J. Smagghe, Voorzitter
J. M. Rosman, onder-voorzitter
P. v. d. Biggelaar
Jos. Verhagen
A. J. M. van lersel
Ch. M. J. J. Smits
A. J. J. M. Wiercx
A. F. J. Beukers
J. C. Cramerus
H. J. H. Hornix, Secretaris.
Het aantal kiesgerechtigden voor de Kamer bedroeg 259.
Bij de plaats gehad hebbende verkiezing in November 1920 werden
herkozen tot leden der Kamer de heeren R. G. L. J. Smagghe, P. v. d.
Biggelaar, Jos. Verhagen, A. J. M. van lersel en J. C. Cramerus.
In de vergadering van 5 Januari 1920 werden respectievelijk tot
voorzitter en onder-voorzitter herkozen de heeren R. G. L. J. Smagghe
en J. M. Rosman.
De voornaamste handelingen der Kamer in 1920 waren
De Kamer richtte een adres aan Z. E. den Minister van Waterstaat
betreffende de voorgenomen verhooging der posttarieven, en waarin
verzocht werd niet over te gaan tot verhooging der postpakket
tarieven (zie bijlage A).
Aan dit adres werd adhaesie verleend door de Kamers van Koop
handel en Fabrieken te Appingedam, Zwolle, Bussum, Hilversum,