Hengelo, Arnhem, Vlaardingen, 's Hertogenbosch, Gorcum, Deventer, Alkmaar, Leeuwarden, Roosendaal, Tilburg en Amersfoort. Het antwoord van den Minister dd. 5 Juni 1920 is opgenomen onder Bijlage B. Naar aanleiding van dit antwoord richtte de Kamer alsnog een schrijven tot Z. E. (Bijlage H.) De Kamer wendde zich in een adres tot den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie om inlichtingen betreffende de berekening van buitenlandsche telegrammen (bijlage C). Het antwoord is opgenomen als bijlage D. Aan Burgemeester en Wethouders van Breda werd een adres ge richt betreffende den slechten toestand der bruggen (bijlage E), en werden de bedenkingen der Kamer kenbaar gemaakt over het exploi tatieplan van den Belcrumpolder (bijlage F). Naar aanleiding der bemoeiingen der Kamer voor het verkrijgen van een inklaringsbureau te Breda ontving de Kamer afschrift van een daarop betrekking hebbend schrijven van Z.E. den Minister van Waterstaat aan Z.E. den Min. van Financiën. (Zie bijlage G). Ter verkrijging van eene betere regeling in het vervoer van vracht goederen van en naar Breda werd een schrijven gericht aan de afdeeling Crisiszaken van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Aan de Directie der Nederlandsche spoorwegen werd in een adres (bijlage I), aangedrongen op eene meer billijke heffing der staan gelden. Antwoord hierop bijlage K. Bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam werd steun gevraagd ter verkrijging van een ruimer verkeer bij het station Beurs te Rotterdam. Bij Z.E. den Minister van Waterstaat werd aangedrongen op open stelling van het telegraafkantoor te Breda des Zondagsavonds. (Bij lage L). Ontvangen antwoord zie bijlage M. Eveneens werd aan dezen Minister een adres gericht verzoekende openstelling van het plaatselijk telefoonbureau des Zondags evenals vóór de gedeeltelijke sluiting. (Bijlage N). Antwoord zie bijlage O. In samenwerking met de Kamer van Koophandel en Fabrieken te 's Hertogenbosch werd op 16 September 1920 te 's Hertogenbosch eene gemeenschappelijke vergadering belegd van de Kamers in Noord- Brabant, terzake van het ontwerp weeldebelasting van den Minister v. Financiën. Als resultaat van die vergadering werd tot Z. E. een adres gericht waarin terugneming van het ontwerp verzocht werd of indiening van een nieuw ontwerp, waarbij rekening wordt ge houden met de uiteengezette wenschen en bezwaren (zie bijlage P). Te voren had de Kamer zich te dezer zake reeds in een uitvoerig adres tot Z. E. gewend met opmerkingen betreffende het ontwerp van wet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1920 | | pagina 396